Anaplasma, babesia, ehrlichia en hepatozoon vallen net zoals leishmania onder de mediterrane ziekten. Inmiddels kan een hond deze tekenziekten ook in Nederland of omringende landen oplopen of herbesmet raken. De klachten en afwijkende bloedwaarden bij tekenziekten kunnen behoorlijk overlappen met die van leishmania. Omdat leishmania lastig of zelfs helemaal niet onder controle te krijgen is als er ook sprake is van een tekenziekte, is het verstandig om tekenziekten eveneens te laten testen bij verdenking op leishmania. Ook als een hond eerder of in het land van herkomst negatief testte op tekenziekten.
Bij een positieve titer geeft het laboratorium vaak aan dat een PCR-test moet worden gedaan om te bepalen of de tekenziekte actief is en behandeld moet worden. Echter, een PCR-test geeft vaak een vals-negatieve uitslag, zeker bij een chronische infectie. Wanneer een hond met een positieve titer voor een tekenziekte nog niet eerder hiervoor is behandeld, is het altijd raadzaam deze behandeling in te zetten.
Borrelia burgdorferi (ziekte van Lyme) komt in Nederland veel voor, maar minder bij honden uit landen waar leishmania voorkomt. Er is dus niet zo vaak sprake van een co-infectie met leishmania. Veel honden zijn drager, maar ontwikkelen geen klachten. Polyartritis en glomerulonefritis worden wel met borrelia geassocieerd. De titerbepaling voor borrelia is opgenomen in reisprofiel 2 van IDEXX.
Anaplasma is een tekenziekte waarbij de overgedragen bacterie een tekort aan bloedplaatjes veroorzaakt.
Na besmetting duurt het een à twee weken voordat er symptomen ontstaan, die acuut kunnen optreden of mild en onopgemerkt verlopen: koorts, moeheid, sloomheid, slechte eetlust, stijfheid, diarree of braken, wondjes op de huid, benauwdheid, bleke slijmvliezen.
Vaak overwint het lichaam zelf de bacterie, soms krijgen honden acuut last van koorts of een jeukende huiduitslag en gaat hun gezondheid hard achteruit. In dit stadium is de titerwaarde vaak nog niet positief en kan een PCR-test mogelijk wel uitsluitsel geven. Anaplasma kan net zo’n chronisch verloop hebben als ehrlichia.
Behandeling: kuur doxycycline van vier à zes weken. Bij een kuur van slechts vier weken vindt relatief vaak terugval plaats.
Wordt de hond aansluitend behandeld voor babesia (twee injecties Imidocarb), dan kan worden volstaan met een kuur van vier weken.
Ter preventie kan een tekenafwerend middel worden gegeven (halsband, pipet) en is het belangrijk om teken zo snel mogelijk van de hond te verwijderen.
Basesia is een tekenziekte waarbij de parasiet de rode bloedcellen vernietigt.
Na besmetting kan het enige dagen tot weken duren voor de hond ziek wordt. De symptomen zijn onder meer: koorts, weinig eetlust, gewichtsverlies, lusteloosheid, geelzucht, braken, roodbruin gekleurde urine, bloedarmoede, nierfalen, maagdarmkrachten, neurologische problemen en shock. In dit stadium is de titerwaarde vaak nog niet positief en kan de parasiet al wel aangetoond worden op de rode bloedcellen of door middel van een PCR-test.
De hond kan aan de acute fase van babesia overlijden, maar kan ook op eigen kracht de acute fase doorstaan, waarna de babesia chronisch wordt.
Bij chronische babesia is er sprake van terugkerende koortsepisodes, bloedarmoede, spier- en gewrichtsontstekingen, maag-/darmklachten en gewichtsverlies.
Behandeling: twee injecties Imidocarb (Carbesia) met een tussenpauze van 14 dagen.
De injecties kunnen als pijnlijk worden ervaren vanwege de geïnjecteerde vloeistof. De pijn is over na de injectie.
Carbesia kan een allergische/anafylactische reactie geven en dan moet tavegyl worden toegediend. Ook een parasympatische reactie is mogelijk, dan gaan honden erg kwijlen en krijgen ze last van darmkrampen en diarree. Deze klachten trekken binnen enkele uren vanzelf weg.
In een enkel geval veroorzaakt carbesia een heel snelle hartslag, die kan worden tegengegaan met atropine.
Vanwege deze mogelijke bijwerkingen is het verstandig om na de injectie nog enige tijd in de kliniek te blijven.
Infuus en bloedtransfusie kunnen nodig zijn bij ernstige acute symptomen.
Bij verdenking op acute babesia en ernstige symptomen kan in afwachting van de titerbepaling worden gestart met Doxycycline. Door dit antibioticum worden de symptomen bestreden, maar de babesia zelf geneest er niet door. Bevestigt de titerbepaling/PCR-test de babesia, dan moet alsnog worden gestart met de injecties Imidocarb.
Ter preventie kan een tekenafwerend middel worden gegeven (halsband, pipet) en is het belangrijk om teken zo snel mogelijk van de hond te verwijderen.
Ehrlichia is een tekenziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën die de witte bloedcellen binnendringen. In de eerste drie weken na de besmetting heeft de hond een of meer van de volgende symptomen die heel acuut kunnen optreden of mild en onopgemerkt kunnen verlopen: koorts en rillingen, gebrek aan eetlust, neerslachtigheid, bloedarmoede, gezwollen lymfeklieren, pijnlijke spieren en gewrichten, bloed in de urine, bloedingen (bijvoorbeeld in de neus), ernstige rug- of nekpijn, huidklachten en oogproblemen (uitscheiding, infecties). In dit stadium is de titerwaarde vaak nog niet positief en kan een PCR-test mogelijk wel uitsluitsel geven.
Na deze acute fase kunnen de symptomen verdwijnen. Soms overwint de hond de bacterie, maar vaker wordt de ehrlichia chronisch. Deze kan dan weer actief worden door bijvoorbeeld stress, een lagere weerstand, andere gezondheidsproblemen, medicijngebruik of een co-infectie, zoals babesia of leishmania. De symptomen die hierbij horen zijn: vermageren, bloedingen, bloedarmoede, koorts, hoesten, gezwollen lymfeklieren, huidproblemen, kreupelheid, veel plassen en drinken (nierinsufficiënte, nierfalen), neurologische afwijkingen (toevallen, moeilijk lopen). Bij importhonden is meestal sprake van chronische ehrlichia.
Bij een tijdige diagnose en adequate behandeling is de prognose goed. Bij een late diagnose en geen adequate behandeling is de kans groot dat de ehrlichia niet helemaal geneest (chronisch blijft) en/of de hond overlijdt.
Behandeling: kuur Doxycycline van vier à zes weken. Bij een kuur van slechts vier weken vindt relatief vaak terugval plaats.
Wordt de hond aansluitend behandeld voor babesia (twee injecties Imidocarb), dan kan worden volstaan met een kuur van vier weken.
Bij ernstige, levensbedreigende bloedarmoede kan een bloedtransfusie nodig zijn om tijd te winnen, zodat de behandeling kan worden ingezet en voltooid.
Tijdens de behandeling en de herstelperiode kan ondersteuning van de nieren nodig zijn.
Ter preventie kan een tekenafwerend middel worden gegeven (halsband, pipet) en is het belangrijk om teken zo snel mogelijk van de hond te verwijderen.
Hepatozoon canis is een tekenziekte die niet wordt overgebracht door een beet, maar door het inslikken van een teek. In de darmen maakt de parasiet zich los uit de teek. De parasiet nestelt zich in organen (lever, milt, longen, nieren), lymfeklieren en beenmerg.
Besmette honden vertonen meestal geen symptomen. Pas bij een massale infectie treden klachten op, zoals lethargie, koorts en gewichtsverlies. Ook bij geen symptomen is het noodzaak hepatozoon canis te behandelen, omdat deze zich zonder behandeling kan blijven vermenigvuldigen.
Behandeling: minimaal twee injecties Imidocarb (Carbesia) met een tussenpauze van 14 dagen. Hepatozoon canis kan hardnekkig zijn en het is verstandig met een PCR-test te controleren of de infectie is verdwenen. Zo niet, dan zijn meer injecties nodig.
De injecties Imidocarb kunnen als pijnlijk worden ervaren vanwege de geïnjecteerde vloeistof. De pijn is over na de injectie.
Carbesia kan een allergische/anafylactische reactie geven en dan moet tavegyl worden toegediend. Ook een parasympatische reactie is mogelijk, dan gaan honden erg kwijlen en krijgen ze last van darmkrampen en diarree. Deze klachten trekken binnen enkele uren vanzelf weg.
In een enkel geval veroorzaakt carbesia een heel snelle hartslag, die kan worden tegengegaan met atropine.
Vanwege deze mogelijke bijwerkingen is het verstandig om na de injectie nog enige tijd in de kliniek te blijven.